- Uit onderzoek van het GfK blijkt dat boodschappen in de eerste negen maanden van dit jaar gemiddeld 3,6 procent duurder zijn geworden.
- De prijsstijging komt vooral door de toegenomen vraag naar landbouwproducten, vertelt Landbouweconoom Koos Gardebroek tegenover het AD.
- Volgens experts zullen prijzen de komende tijd verder stijgen, mede doordat energieprijzen oplopen.
Boodschappen zijn in de eerste negen maanden van dit jaar wederom duurder geworden, vergeleken met dezelfde periode in 2020. Dat meldt het AD naar aanleiding van een marktonderzoek gedaan door GfK.
De prijsstijging komt onder andere door de toenemende vraag en de stijgende energieprijzen die doorwerken in de kosten van andere producten.
Vooral bier (+6,7 procent), persoonlijke verzorgingsproducten (+6,5 procent) en schoonmaakproducten (+6,1 procent) zijn duurder geworden.
Belangrijke levensmiddelen zoals groente, fruit, vlees en vis hadden relatief het minst last van de prijsstijgingen. Voor deze producten moet gemiddeld ongeveer 1 procent meer betaald worden in de eerste negen maanden van dit jaar.
De gemiddelde prijsstijging van 3,6 procent kan zich volgens Koos Gardebroek, landbouweconoom bij de Wageningen Universiteit, vertalen in huishoudens die op jaarbasis "honderden extra euro's kwijt zijn" aan boodschappen, zegt hij tegen het AD.
Duurdere grondstofkosten doorberekenen aan consument
Gardebroek ziet prijzen van boodschappen de aankomende periode alleen maar duurder zal worden. "Supermarkten doen het uiteraard liever niet, maar ontkomen er niet aan de gestegen prijzen door te berekenen naar de consument." Ze krijgen volgens de econoom ook zelf te maken met hogere kosten voor bijvoorbeeld vervoer.
Ook producenten rekenen steeds vaker stijgende kosten door aan de consument. Uit de index van de VN-voedselorganisatie FAO blijkt dat bijvoorbeeld suiker iets meer dan de helft duurder is geworden (+53,5 procent) en dat er voor plantaardige oliën zelfs 60 procent meer betaald moet worden.